Uitspraak
Net zoals het merendeel – maar daarvoor niet alle – aziatische talen komt het japans taalsysteem voort uit het interpreteren van karakters, “kanji” in het japans. Aan de hand van de context en kleine woordjes die partikels worden genoemd, geeft men structuur aan een zin.
In het japans worden alle letters uitgesproken waarbij een streepje of accent boven een klinker duidt op de verdubbeling van die klinker en dus een iets langer uitgesproken klank. Bijvoorbeeld, het woord ‘biru’ is niet hetzelfde als het woord ‘biiru’ waarbij de verdubbeling van de ‘i’ duidelijk uitgesproken moet worden. Men schrijft biiru of biru.
Geen japanse les, wel een paar kleine richtlijnen:
- Klinkers die na een “sh” klank staan worden maar heel licht uitgesproken. Bijvoorbeeld ‘tsuki’ moet bijna klinken als ts’ki.
- Een “sh” klank wordt uitgesproken als de “ch” in het franse werkwoord “acheter”. Voorbeeld: gaeshi.
- Als een werkwoord (altijd ergens achteraan de zin) eindigt op een “u” wordt deze meestal niet uitgesproken. Afhankelijk van de regio en sociale klasse wordt deze wel uitgesproken, of om de klemtoon te leggen op iets. Men zegt dus “itadakimas” als er staat “itadakimasu”.
Vormen van aanval
Atemi | Algemene term voor een stoot naar een vitaal punt op het lichaam |
Tsuki | Vuiststoot of slag |
Chudan-tsuki | Vuiststoot naar de onderbuik |
Gedan-tsuki | Neerwaartse vuiststoot |
Gyaku-tsuki | Vuiststoot met achterwaartse arm |
Oi-tsuki | Vuiststoot met voorwaartse pas |
Mune-tsuki | Vuiststoot naar buik ter hoogte van de obi |
Shomen-uchi | Rechte slag naar het hoofd, al klievend |
Yokomen-uchi | Zijwaartse slag naar het hoofd |
Mae-geri | Voorwaartse trap |
Grepen
Ai Hanmi | Beide partners hebben dezelfde voet voorwaarts staan |
Gyaku Hanmi | Inverse stand. Partners staan met tegenovergestelde voet naar elkaar |
Katate-dori | 1 hand die 1 andere hand vastneemt |
Gyakute-dori | Inverse greep. De rechterpols van de partner nemen met de linkerhand |
Kata-dori | Schoudergreep |
Ryokata dori | De beide schouders nemen |
Ryote dori | Beide handen worden genomen tegelijkertijd door de partner (voorwaarts) |
Morote dori | Twee handen die 1 hand vastnemen |
Ushiro morote dori | idem, maar achterwaarts |
Ushiro eri-dori | Rever greep langs achter |
Ushiro tekubi-dori | Polsgreep langs achter |
Ushiro kubi-shime | Wurggreep langs achter |
Lichaamsdelen
Ashi | been of voet |
Te | hand |
Atama | hoofd |
Hiji | elleboog |
Kote | pols |
Kubi | nek |
Kata | schouder |
Morote | twee handen |
Mune | borstkas |
Seika-tanden | Onderbuik |
Hara | deel van de buik, 2 cm onder de navel waar het zwaartepunt van het lichaam zich bevindt. Bron van ki/chi. |
Shintai | lichaam |
Shomen | gezicht |
Shute | “zwaardkant” van de hand |
Ude | arm |
Yubi | vinger |
Tellen
1 | Ichi |
2 | Ni |
3 | San |
4 | Shi (of yon) |
5 | Go |
6 | Roku |
7 | Shichi (of nana) |
8 | Hachi |
9 | Kyu |
10 | Jyu |
11 | Jyu ichi (letterlijk “tien (en) een”) elf |
12 | Jyu ni (letterlijk “tien (en) twee”) twaalf |
… | |
43 | Yon jyu san (letterlijk 4 maal tien en 3) drieenveertig |
99 | Kyu jyu kyu (letterlijk 9 maal tien en 9) negenennegentig |
100 | Hyaku |
1000 | Sen |
10000 | Man |
Een paar uitzonderingen
- Gebruik “shi” voor “vier” alleen als het cijfer vier letterlijk nodig is, zoals in 354. Maar gebruik “yon” voor bijvoorbeeld 40, 400, 4000, etc.
- Gebruik “shichi” voor “seven” alleen als het cijfer zeven letterlijk nodig is, zoals in 857.
Maar gebruik “nana” voor 70, 700, 7000, etc. - “shi” betekent bloed en symboliseert de dood, en wordt dus zo min mogelijk gebruikt omdat het ongeluk betekent.
- 600 = zeg “roppyaku” (en niet “rokyu hyaku”)
- 800 = zeg “happyaku” (en niet “hachi hyaku”)
- 8000 = zeg “hassen” (en niet “hachi sen”)
Dingen die je in een dojo zal horen
Hajime | Start (gebiedende wijs) |
Hayaku | Vlug (gebiedende wijs) |
Koutai | Verander (wat er moet veranderen hangt af van de context) |
Mate | Wacht (gebiedende wijs) |
Mawatte | Draai je om (gebiedende wijs) |
Mokuso | Sluit de ogen, kom tot jezelf |
Suwatte | Zit neer (gebiedende wijs) |
Yame | Stop (gebiedende wijs) |
Yoi | Klaar? (gebiedende wijs) |
Yukuri | Langzaam (gebiedende wijs) |
Yuru | yaka ni Vloeiend (gebiedende wijs) |
Rei | Groet (gebiedende wijs of zelfstandig naamwoord) |
Shinzen ni rei | Groet het “altaar” |
Sensei ni rei | Groet naar de leraar |
Kamiza ni rei | Groet naar de kamiza, de muur der goden |
Uitdrukkingen
Bij het begin van de les | Onegaishimas(u). Letterlijk: ik verzoek u. |
Bij het einde van de les | Doomo Arigatoo Gozaimashita |
Arigatoo | Dank u (informeel) |
Doomo | Dank u (informeel, letterlijk “heel veel”) |
Doomo arigatoo | (formeel, letterlijk “heel erg bedankt”) |
Doomo arigatoo gozaimasu | (heel formeel, bedanking voor iets dat bezig is) |
Doomo arigatoo gozaimashita | (heel formeel, bedanking voor iets dat voorbij is) |
Doozo | Alstublieft of “Ga uw gang”, wordt ook gebruikt bij het geven van iets. |
Sumimasen | Excuseer (redelijk informeel, meestal om de aandacht te trekken van iemand) |
Gomen nasai | Het spijt me (iets formeler) |
Shitsurei shimasu | Mijn excuses. Bij het onderbreken van een activiteit of het storen van iemand (heel formeel) |
Hai | Ja (als antwoord op een vraag) |
Iie | Neen, of om een compliment af te wimpelen |
Wakarimashita | Ik heb het begrepen |
Richtingen
Mae | Voorwaarts |
Ushiro | Achterwaarts of achter |
Hidari | links |
Migi | rechts |
Omote | voorzijde |
Ura | achterzijde |
Soto | buitenkant |
Uchi | binnenkant |
Jodan | hoog |
Chudan | middel |
Gedan | laag |
Otoshi | al vallend |
Yoko | zijkant |
Gyaku | Invers |
Hantai | de andere kant |
Komi | Dichter komen |
Happo | In alle acht richtingen |
Naka | centrum (fysisch) |
Uke | de persoon die ontvangt |
Nage | de persoon die werpt |
Kohai | Junior |
Sempai | Senior |
Sensei | Leraar of instructeur |
Shihan | Senior leraar (alleen gebruikt in het systeem waarin deze rank bestaat, een buitenstaander blijft sensei zeggen) |
Kyu | Student-graad, van 6 tot 1: nanakyu, rokyu , gokyu , yonkyu , sankyu , nikkyu , ikkyu |
Dan | Leraar-graad, van 1 tot 10: shodan , nidan , sandan , yondan , godan , rokudan , nanadan , hachidan , kudan , judan |
Soke | Hoofd van een bepaalde stijl. Vroeger het hoofd van de familiestijl |
Doshu | Hoofd van “de weg”. (Momenteel Moriteru Ueshiba Sensei) |
Kaicho | Hoofd van een organisatie |
Kancho | Eigenaar van een school, fysisch |
O-Sensei | Grote leraar. Bijnaam van Morihei Ueshiba |
Technieken of handelingen
Nage | worp of werper |
Ukemi | Valtechniek(en) letterlijk: “ontvangen met het lichaam” |
Kumitachi | Technieken met het zwaard |
Kumite | Technieken zonder wapens |
Kumijo | Technieken met de jo |
Waza | Handelingen of technieken (letterlijk) |
Atemi-waza | Stoottechnieken naar vitale punten op het lichaam |
Hanashi-waza | Technieken om uit grepen te geraken |
Hanmi-handachi | Technieken met 1 persoon die zit en 1 persoon die staat |
Henka waza | Gevarieerde techniek. Een rivier die een obstakel tegenkomt en van richtig veranderd. Een aikido-techniek die begint, maar dan verandert naar een variatie of andere techniek. |
Jiju waza | Vrije training van een set van oefeningen. Verschillend van randori waar alle technieken toegestaan zijn. |
Kaeshi-waza | Pareer-technieken |
Kihon-waza | Fundamenten of basistechnieken |
Ne waza | Grijptechnieken, meestal grondwerk |
Sutemi waza | Letterlijk techieken met het lichaam als offer. Offerworpen. |
Suwari waza | Technieken met uke en nage in een zittende positie. |
Tachi waza | Technieken waar uke en nage rechtstaan |
Ushiro-waza | Technieken met achterwaartse aanvallen |
Kledij
Gi | Kledij (in de betekenis van uniform) |
Keiko-gi | Oefenuniform |
Kimono | Dikke kamer- of badjas |
Yukatta | Lichte kamer- of badjas |
Zubon | Broek |
Uwa-gi | Uniform-vest |
Obi | Gordel |
Hakama | Broekrok |
Koshiita | Verhard achterstuk van hakama |
Zori | sandalen |
Tabi | japanse sokslippers |
Aikido concepten
Agatsu
“Zelfoverwinning”. Volgens O-Sensei de enige overwinning in het leven, de overwinning van het zelf. O-Sensei’s slogan en drijfveer was dan ook “Masakatsu Agatsu”, de overwinning van zelf-vervolmaking
Aikido
Samenstelling van 3 woorden:
– Ai liefde of harmonie
– Ki geest, ziel, levenskracht, universele energie
– Do de weg van of het pad van
We kunnen Aikido dus vertalen als “de weg van de harmonie van universele energie” of “de leer van het gebalanceerd stromen van energie”.
Aikidoka
Beoefenaar van het Aikido
Aikikai
Aikido-associatie opgericht door de stichter van Aikido, Morihei Ueshiba, in de hoop het Aikido levend en gestructureerd te houden
Ai Nuke
Letterlijk: “wederzijdse ontkoming”. Een term waar beide partijen “ontsnappen” aan een conflict zonder elkaar schade of pijn aan te doen. Een van de basisprincipes van het Aikido.
Ai Uchi
“wederzijdse dood”. De uitkomst van een duel waar beide partijen sterven. Bekend van verschillende zwaardscholen waar het objectief was om minstens Ai Uchi te bereiken. Op deze manier is men gefocusd op het duel, en alleen het duel.
Ashi Sabaki
Voetwerk.
TaiSabaki
(Boven)lichaamswerk.
Atemi
De tegenstander een stoot geven op een vitaal punt om zijn balans, concentratie en ki te verstoren.
Bokken of bokuto
Houten zwaard.
Bo
Lange houten stok
Tanto
Houten mes
Budo
Bot vertaald: de weg van de oorlog. Als we een meer contextgerichte vertaling zoeken vinden we “de studie van het menselijk instinct met het oog op overleving door het cultiveren van het zelf”
Dojo
Letterlijk: “de plaats van de weg” of “plaats der verlichting”. De plaats waar Aikido beoefent wordt. Volgens de Dojo-etiquette moet bij het binnenkomen van de dojo de “Kamiza” of de plaats waar het schrijn of altaar staat gegroet worden. Dit is tevens de muur van de goden (shomen). De link tussen de goden, het oneindige en de aikido beoefenaar met als enige brug tussen de twee, de leraar vooraan.
Fukushidoin
Assistent lesgever
Jo
Middellange houten stok. Origineel gebruikt als wandelstok. De meeste jo technieken komen uit zwaardtechnieken (yari-waza).
Kami
Een levende geest of kracht. Volgens het Shinto-geloof of Shintoisme is de natuurlijke wereld gevuld met kami. Gevoelig en aanwezig reageren ze op de acties van mensen.
Kamiza
Een klein altaarachtig schrijn in Aikido. Altijd aan de voorkant van de dojo met de foto van O-Sensei.
Kata
Een “vorm”. Een opeenvolging van vastgestelde bewegingen tegen een reeks van denkbeeldige tegenstanders. Een mini-woordenboek van oefeningen van een bepaalde krijgskunst. Betekent ook schouder, afhankelijk van de context.
Ki
Geest, Ziel, Levensenergie. In het chinees “chi”, in het indisch prana. Ki moet actief gebruikt worden in Aikido om te leren zichzelf te controlleren en te coordineren en de ki van anderen om te leiden of te controlleren. Er zijn nominalistische en esoterische interpretaties van het concept “ki”. Een nominalist ziet ki als de optelsom van rust, zuurstof, concentratie, anticipatie door oefening, balans, maximale ontspanning van de spieren tijdens het uitvoeren. Een realist ziet ki als een energievorm, stoom dat oprijst uit het lichaam komende van het centrum en gekanaliseerd door de meridianen van het lichaam.
Het doel is om ki “uit te breiden” of te “richten”. In het engels “to extend ki”. Ki het pad laten leiden dat uitgestippeld is door de geest op een gegeven moment in een gegeven situatie. Het controleren van de situatie en jezelf denkbeeldig (en daaropvolgend fysisch) het centrum maken van de situatie. Een vaccuum van accute rust zijn waar al de rest ronddraait zoals de geest het wil en waarbij het lichaam volgt.
Kiai
Een kreet met het doel de energie van de uitvoerder te richten op een bepaald punt van concentratie. Wordt gebruikt om de tegenstander te destabiliseren en de geest/ki/concentratie te breken of te onderbreken. De samurai oefenden deze kreet en bij een correcte uitvoering zou deze bloeddrukverlagend werken bij de tegenstander.
Kihon
Fundamenteel. Basis.
Ki Musubi
Een concept waar veel aandacht aan besteed werd door O-Sensei. Het linken van ki waarbij de partner verbonden wordt, “opgeslorpt” wordt, gedestabiliseerd wordt en door zijn eigen onevenwicht zijn eigen pad zoekt naar waar de richting van de energie gaat. Het verbinden van beide centrums om zo de partner aan te voelen, wat deze ook doet. Ki Musubi vraagt een heldere en flexibele geest.
Kokyu
Adem of krachtadem. Het oefenen van het ademen ten voordele van het bewegen van het lichaam.
Kotodama
Klankoefening. Een oefening waar verschillende lettergrepen van het japans luid uitgesproken worden met behulp van buikademhaling ter bevordering van de geest.
Ku
Leegheid. Volgens boedhisme en taoisme is het oorsprong van alles leegte. Alleen iets dat leeg is kan gevuld worden. Alleen de leegte van een emmer kan gebruikt worden. Alleen de leegte van een raam kan gebruikt worden. Als we een aanval ontvangen zijn we leeg. Het is de enige manier om iets te ontvangen en vervolgens op te reageren. In Aikido is de “ku” te vinden in “mokuso”. Het tot-zichzelf-komen aan het begin en einde van elke les.
Kuzushi
Evenwicht of balansverstoring.
Ma Ai
De juiste afstand en timing bij het uitvoeren van een oefening. Gezien Aikido bewegingen volledig afhankelijk zijn van de aanval is afstand erg belangrijk. De verschillende afstanden worden ook geoefend met wapens.
Misogi
Rituele purificatie. Afkomstig uit het Shintoisme. Het slijpen van de geest door bepaalde oefeningen te doen die de weerstand van de geest testen.
Mushin
Letterlijk “geen geest”. Een staat van bewustzijn waarbij er niet gedacht wordt, alleen gehandeld wordt. Het pad van spontaniteit waar geen gedachten bestaan, alleen adequate reacties op acties van de aanvaller. Deze spontaniteit is het echte “wapen” van Aikido na voldoende training waar gedachte en handeling 1 geworden zijn.
Nagare
Stroming. Een van de doelen van Aikido is het leren van niet recht-op-recht in te gaan op de kracht die naar je toekomt, maar deze te begeleiden naar een situatie waar we in het voordeel zijn. Twee rivieren bereiken alleen maar maximale kracht als ze met elkaar versmelten en 1 snelstromende rivier worden, niet als ze met elkaar botsen.
Omoto-kyo
Een van de “nieuwe” overtuigingen in Japan. Omoto-kyo is een stroming die men kan plaatsen langs de lijnen van shintoisme, neo-shintoistisch mysticisme, christendom en japanse folklore religie. O-Sensei was een aanhanger van deze stroming maar verkondigde dat inzicht in deze stroming niet nodig was om Aikido te beoefenen of te begrijpen.
Satori
Verlichting. Realisatie van een concept of werking tussen het zelf en een van de universele principes van het universum. De grootste ethische gedachte voor een aikidoka is het behouden en cultiveren van het zelf door het toepassen van een liefhebbende geest voor iedereen en alles en dit te willen beschermen.
Shim Bu Fu Satsu
Een van de pijlers van het Aikido volgens O-Sensei. Letterlijk: “hemelse liefde doodt niet”. Een basisprincipe waarbij het nemen van iemands leven gezien wordt als conflict, niet als harmonie. Iemand doden is gemakkelijk. Iemand afwenden en een situatie harmoniseren door een aikidobeweging en het in balans brengen van de energie gebruikt door de aanvaller is van veel groter belang. Als de tegenstander begrijpt waarom de aanval niet lukte, begrijpt dat de aangevallene maar een begeleider is en op dat moment Shim Bu Fu Satsu inziet dan is het hoger goed gediend.
Shikaku
Letterlijk “dode hoek”. Het vaccuum van onevenwicht waar een Aikido uitvoerder naar zoekt bij een tegenstander tijdens een oefening. Een plaats waar de tegenstander geen evenwicht heeft en dus evenwicht moet gaan zoeken op de plaatsen “gegeven” door de uitvoerder van de beweging.
Shikko
Samurai-lopen of knie-lopen. Een manier om de heupen en benen te sterken en bedoeld om gemakkelijk te manoeuvreren over de mat terwijl men aandacht besteed aan het centrum gezien de beweging van daaruit ontstaat.
Shinnyo
Te vertalen als “het onbevlekt zien”. Een term gebruikt in boedhisme om de staat van waarnemen uit te drukken die onbevlekt en onbezoedeld is van gedachten. Een puurheid van waarnemen die aanleunt bij “ku”, onafhankelijk van intelligentie, kennis of emotie van hetgeen er waargenomen wordt. Sommige boedistische monikken kijken jaren naar een vaas, om de VAAS te kunnen zien. Niet de bloemhouder. Niet het porselienen aardewerk. Niet het door zwaartekracht aan de grond genageld voorwerp. Niet het woord vaas. Maar de vaas zelf. En alleen de vaas.
Suburi
Slag- en stoot technieken met Jo of Bokken
Sukashi-waza
De techinieken waarbij men de tegenstander niet toelaat volledig vast te nemen of een aanval volledig uit te voeren. De aikidoka beslist hoe hij aangevallen wordt.
Suki
Een opening of gat waar iemand kwetsbaar is, fysisch of psychologisch. De Aikidoka moet ten allen tijde bewust zijn van suki op zijn weg van aikido om alle zwakheden in te dijken. In het beginstadium worden deze punten aangehaald door de leraar, na oefening begint de aikidoka zelf bewust te zijn van het ontstaan van zwakke punten en/of openingen bij zichzelf. Door meer training zal men ten allen tijde bewust zijn van de beweging zodat suki in zijn geheelheid verdwijnt en waarbij men deze ook gemakkelijker gaat aanvoelen bij de tegenstander.
Takemusu Aiki
Een “slogan” van de stichter van Aikido waarbij men een soort van synoniem geeft voor het concept Aikido waarbij men het aspect aanhaalt dat het aantal oneindige aikido-bewegingen en variaties gelijk en rechtevenredig is met de oneindigheid aan aanvallen. Dit op voorwaarde dat men Kihon (de fundamenten) en Henka Waza (het kunnen veranderen van 1 beweging naar een andere terwijl de beweging bezig is) beheerst.
Tenkan
Het lichaam 180 graden draaien met het centrum als as.
Tenshin
Een lichaamsbeweging waar nage 45 graden uit de weg gaat van de aanvalslijn.
Uchi deshi
Een inwonende student. Een student of beoefenaar die in een dojo leeft en zichzelf wijdt aan training en het onderhoud van de dojo.
Kisshomaru Ueshiba
Zoon van Morihei Ueshiba, de stichter van Aikido
Moriteru Ueshiba
Zoon van Kisshomaru Ueshiba en de huidige Doshu van de Aikikai met als hoofd dojo Hombu-dojo in Tokyo, Japan.
Uke
De persoon die de techniek ontvangt en valt.
Nage
De persoon die uitvoert (soms vertaald als “tori” in de betekenis van uitvoerder), of de persoon die gooit.
Zanshin
Te vertalen als “het behouden van geest en hart”. Zelfs na een aikido-beweging moet de aikidoka in balans zijn en bewust zijn van de situatie, ongeacht het resultaat van de voorgaande beweging en actie/reactie. Het resultaat van de beweging is ondergeschikt aan het algemene bewustzijnsprincipe van een persoon die een krijgskunst beoefent zodat men altijd klaar is voor mogelijke volgende aanvallen.