Wat zijn de bewegingen met het meeste risico ?

Een biomechanische analyse van de knie gedaan door een sportgeneesheer toont aan dat men vooral bij de volgende bewegingen erg waakzaam moet zijn :

Neerzakken en zich weer oprichten

  • tijdens Ukemi

Knielen en zich weer oprichten

  • vanuit Seiza

Werken op de knieën

  • tijdens Suwari waza en Hanmi Handachi Waza

Draaien

  • in Tachi Waza : Tai No Henka, Irimi Tenkan en Tai Sabaki

Waarom moet men opletten tijdens deze oefeningen ? Het antwoord hierop is een gevolg van de bouw van de knie :

  • Ze draagt het lichaamsgewicht
  • Ze werkt maar in één richting (buiging-strekking)
  • Ze wordt omgeven door erg weinig spieren
  • Ze bevat de meniscussen die compenseren voor de zwakke overgang van bovenbeen naar onderbeen
  • Vooraan verbetert de knieschijf de transmissie van de kracht komende van de quadriceps om het been te strekken (zie figuur 1 en 2).

figuur 1. Vooraanzicht zonder knieschijf.
De menisci zijn ringen van kraakbeen en zijn bedoeld om het bovenbeen (bolvormig) op het onderbeen (vlak) te laten aansluiten. Ze dienen ook als schokdemper en ze zorgen voor het contact tussen bovenbeen en scheenbeen.

figuur 2. Zijaanzicht.
De spieren zijn belangrijk voor de stabiliteit van de knie. De hamstringspieren (muscle ischojambiers) spelen een rol bij het buigen van de knie.

Deze anatomie verklaart de 4 risico bewegingen :

1. Terwijl Uke het lichaam laat zakken om te vallen of zich weer opricht na een val, trekt Uke de bovenbeenstrekkers (quadriceps) samen.
Of, hoe meer het been gebogen wordt, hoe groter de contractie van de quadriceps (spier vooraan de dij) een druk van de knieschijf op het onderste deel van het bovenbeen als gevolg zal hebben. (zie figuur 3). Het constante herhalen van deze wrijvingen kan een slijtage van het kraakbeen veroorzaken, pijn tijdens het buigen en op termijn zelfs artrose.

figuur 3. Zijaanzicht.
De samenstrekking van de bovenbeenstrekker heeft als gevolg dat de knieschijf druk uitoefent op de onderkant van het bovenbeen.

2. Wanneer de Aikido beoefenaar zich, tientallen keer per les, neerzet of rechtstaat vanuit Seiza treedt hetzelfde probleem van de samentrekking van de quadriceps op. Bijkomend heeft de sterke buiging van de knie tijdens Seiza een beweging van menisci als gevolg.

Deze schuivende en wat vervormende beweging van de meniscus wordt veroorzaakt door de bolling van de onderkant van het bovenbeen die tijdens buigen en strekken van de knie tegen het ‘kommetje’, gevormd door de meniscusrand, aandrukt (figuur 4).
De volledige buiging van de knie belast de menisci maximaal en ze kunnen scheuren indien de beweging van het been niet volledig gevolgd wordt. Ook hier kan artrose ontstaan.

figuur 4. Vervorming.
Wanneer de knie overgaat van een stand van volledige strekking (links) naar volledige buiging (rechts) trekken de menisci samen en vervormen zich.

3. Tijdens Suwari Waza is de knie bijna constant maximaal gebogen.
In deze positie zijn de buitenste gewrichtsbanden uitgerokken (en hebben een minder stabiliserende rol) terwijl de menisci belast zijn.
Daarenboven is de knie dicht bij de grond. Normaal raakt enkel de voorste verdikking van het scheenbeen de grond, op een zachte mat is het contactoppervlak veel groter.
Dit zou schadelijk kunnen zijn voor de knieschijf.

4. Tenslotte, voor een belangrijk deel van de technieken moet Tori een richtingsverandering uitvoeren door middel van een draaiende beweging.
Wanneer de draaiing uitgevoerd wordt als er op de voet gesteund wordt, kan er torsie ontstaan op de knie terwijl deze eigenlijk enkel gemaakt is om te buigen en strekken. Herhaaldelijke torsiebelastingen kunnen als gevolg hebben dat de gewrichtsbanden scheuren (vooral de voorste kruisbanden).